voorbeelden:

In een partij moet speler A 75 caramboles maken, speler B moet 50 maken.

Voorbeeld 1:

Speler A maakt 60 caramboles, dat is 80%, speler B maakt 50 caramboles dat is uiteraard 100%. Speler A heeft verloren, hij krijgt 80 punten, speler B heeft gewonnen hij krijg 100+10= 110 punten. 

Voorbeeld 2:

Speler A maakt 75 caramboles, dat is 100%, speler B maakt 50 caramboles, dat is ook 100%. Dit is een gelijkspel en beide spelers krijgen 100 punten.

berekenen punten:

Voor partijen waarbij een digitaal scorebord wordt gebruikt is dat niet eens nodig. Op deze scoreborden wordt het gescoorde percentage vermeld. Het aantal punten is gelijk aan het getoonde percentage, met eventueel de bonus van 10 punten voor winst.

Is er geen digitaal scorebord in gebruik, dan is het vaststellen van het aantal punten nog steeds eenvoudig. Gebruik van het eenvoudigste rekenmachientje is al voldoende. Bovendien zit in elke telefoon tegenwoordig ook een caculator, dus veel makkelijker kan het niet. 

Voorbeeld 1:

Een speler moet 75 caramboles maken, maar hij komt niet verder dan 60 caramboles. De fomule is nu:  gemaakte caramboles delen door te maken caramboles en de uitkomst vemenigvuldigen met 100. In dit geval dus 60 / 75 = 0,800 * 100= 80. Anders gezegd, maak de deling en schuif de komma 2 plaatsen naar rechts.

Voorbeeld 2:

Deze speler komt nu niet verder dan 50 caramboles. De rekensom wordt nu dus 50 / 75 = 0,666 * 100 = 66,6. Omdat in dit systeem alleen met gehele getallen wordt gewerkt komt alles achter de komma te vervallen. Een berekend aantal van 66,6 wordt dan 66 punten.

Aanvullend voorbeeld:

Als een rekensom eindigt op 66,100 bedraagt het aantal punten 66. Als de som eindigt op 66,99 is het aantal punten eveneens 66.